GP-09: Tweelingdracht: risicofactoren + management

GP-09
Nederlands

"Het is algemeen bekend dat een tweelingdracht bij de merrie ongewenst is en desastreuze gevolgen kan hebben, aangezien een vergevorderde tweelingdracht in de meeste gevallen leidt tot abortus t of tot de geboorte van niet-levensvatbare of ernstig gecompromitteerde veulens als gevolg van de relatieve placentale insufficiëntie. Bovendien hebben merries vaak problemen bij het veulenen (dystocia), beschadigen ze hun voortplantingskanaal en hebben ze meer kans op foetale membraanretentie, wat leidt tot een lage vruchtbaarheid en een lager aantal levende veulens in het daaropvolgende dekseizoen. Een dracht van een tweeling bij een merrie heeft dus een grote economische impact.

Historisch gezien is tweelingdracht een van de belangrijkste oorzaken van abortus bij de merrie. Met de introductie van de echografie in de veterinaire voortplantingsbegeleiding wordt een opmerkelijke daling van drachtigheidsverliezen ten gevolge van tweelingdracht waargenomen. Door (on)vermijdbare omstandigheden wordt de dierenarts echter nog steeds geconfronteerd met (late) tweelingdracht en zal hij genoodzaakt zijn in te grijpen na het meest optimale tijdstip van tweelingreductie met een daaraan verbonden lagere prognose.

Verschillende methoden van tweelingreductie werden in de loop van de tijd empirisch getest met wisselend succes. Meerdere parameters, afhankelijk van de merrie, de dierenarts, het tijdstip van de dracht, het seizoen, de fokomstandigheden en financiële beperkingen, kunnen bepalend zijn voor de keuze van de meest geschikte reductietechniek per individueel geval en zullen een invloed hebben op het succes.

Hoewel het merendeel van de tweelingdrachten het gevolg zijn van meervoudige ovulaties (dizygote tweelingen), worden door het toenemende aantal in vivo en vooral in vitro geproduceerde getransfereerde embryo's ook sporadisch monozygote tweelingdrachten vastgesteld. Zoals zal worden besproken, zijn niet alle gebruikte reductietechnieken toepasbaar in deze specifieke gevallen.

 In deze namiddag wordt een overzicht gegeven van het ontstaan van - en de verschillende behandelingsmogelijkheden van tweelingdracht."

 

De link naar de livestream en on demand video vindt u in uw dashboard, op de homepage onder 'mijn profiel'.

Schrijf je hier in voor lessen uit deze cursus

GP-09: Tweelingdracht: risicofactoren + management

Online beschikbaar
Group 2 Created with Sketch. Studenten 3e master toegelaten
Beschrijving

"Het is algemeen bekend dat een tweelingdracht bij de merrie ongewenst is en desastreuze gevolgen kan hebben, aangezien een vergevorderde tweelingdracht in de meeste gevallen leidt tot abortus t of tot de geboorte van niet-levensvatbare of ernstig gecompromitteerde veulens als gevolg van de relatieve placentale insufficiëntie. Bovendien hebben merries vaak problemen bij het veulenen (dystocia), beschadigen ze hun voortplantingskanaal en hebben ze meer kans op foetale membraanretentie, wat leidt tot een lage vruchtbaarheid en een lager aantal levende veulens in het daaropvolgende dekseizoen. Een dracht van een tweeling bij een merrie heeft dus een grote economische impact.

Historisch gezien is tweelingdracht een van de belangrijkste oorzaken van abortus bij de merrie. Met de introductie van de echografie in de veterinaire voortplantingsbegeleiding wordt een opmerkelijke daling van drachtigheidsverliezen ten gevolge van tweelingdracht waargenomen. Door (on)vermijdbare omstandigheden wordt de dierenarts echter nog steeds geconfronteerd met (late) tweelingdracht en zal hij genoodzaakt zijn in te grijpen na het meest optimale tijdstip van tweelingreductie met een daaraan verbonden lagere prognose.

Verschillende methoden van tweelingreductie werden in de loop van de tijd empirisch getest met wisselend succes. Meerdere parameters, afhankelijk van de merrie, de dierenarts, het tijdstip van de dracht, het seizoen, de fokomstandigheden en financiële beperkingen, kunnen bepalend zijn voor de keuze van de meest geschikte reductietechniek per individueel geval en zullen een invloed hebben op het succes.

Hoewel het merendeel van de tweelingdrachten het gevolg zijn van meervoudige ovulaties (dizygote tweelingen), worden door het toenemende aantal in vivo en vooral in vitro geproduceerde getransfereerde embryo's ook sporadisch monozygote tweelingdrachten vastgesteld. Zoals zal worden besproken, zijn niet alle gebruikte reductietechnieken toepasbaar in deze specifieke gevallen.

 In deze namiddag wordt een overzicht gegeven van het ontstaan van - en de verschillende behandelingsmogelijkheden van tweelingdracht."

 

Opmerkingen

De link naar de livestream en on demand video vindt u in uw dashboard, op de homepage onder 'mijn profiel'.